Om met de laatste zin uit het vorige blog te beginnen.. (voordat we in vroeger-was-alles-beter terecht komen)
Carl Honoré geeft hier een interessante les geschiedenis over en schrijft:
Dat wil niet zeggen dat kinderen eerder niet naar spullen verlangden. In het begin van de 15e eeuw stelde Kardinaal Giovanni Dominici vast dat de jeugd van Florence gek was op ‘houten paardjes ,aantrekkelijke cimbalen, namaakvogels, vergulde trommels en duizend verschillende speeltjes’. Maar nu groeien sommige kinderen op in nooit eerder gekende weelde. Wat zou Kardinaal Giovanni Dominici gevonden hebben van de cadeautafel op kerstochtend
in een gezin van de 21e eeuw?
In de 17e eeuw begon de jeugd consumptie enige gewicht te krijgen door speciaal voor kinderen ontworpen kleren, boeken, speelgoed en spelletjes die in Europa op de markt verschenen.
Niet toevallig begonnen de klachten over de Kracht van het zeuren spoedig daarna toe te nemen.
We maken even een uitstapje naar Locke, John Locke was een 17 -eeuwse filosoof en hield zich o.a. met de vraagstukken bezig hoe wij onze kinderen moeten opvoeden
Hij beschreef het volgende voorbeeld in 1693:
“En ik heb een kind gekend met zoveel verschillend speelgoed ,dat hij zijn kinderjuffrouw er elke dag mee lastig viel;en met zoveel gewenning aan overvloed dat hij nooit genoeg dacht te hebben, maar steeds vroeg:
‘Wat nog meer?’
‘Wat nog meer?’
‘Welke nieuwe ding krijg ik nog?’
Waar kennen we dat van?…
Zelf John Locke kon niet vermoeden hoezeer de jeugd in onze tijd vercommercialiseerd zou raken.
In het begin van de 20e eeuw
Begonnen adverteerders zich direct tot de jeugd te richten met kindersterren als Shirley Temple,Judy Garland en Mickey Rooney, die merkkleding voor kinderen
aanprezen of er zelf mee op de markt kwamen. Deskundigen juichten over winkelen als een manier voor de jeugd om hun persoonlijkheid en smaak te ontwikkelen.
In 1931
Vond de New York Times dat ‘het jongetje dat al zijn geld in zijn geldkistje stopte ,niet langer geldt als het lichtende economische voorbeeld voor de jeugd’.
Na de Tweede Wereldoorlog
Toen de tv reclames voor speelgoed en graanproducten begon uit te zenden, brak de 1e kinderkoopwoede uit. De eenvoudige hoelahoep werd wereldwijd met honderden miljoenen verkocht. Nadat hij in 1958 was gelanceerd.
Verveling werd als verderfelijk voor de jeugd beschouwd en geld uitgeven aan speelgoed en activiteiten als oplossing.
Nu wordt er 150 keer zoveel uitgegeven aan jeugdreclame als in het begin als in het begin van de jaren 80.Ook in andere landen(buiten de VS)is iets dergelijks het geval.
Alsof ze antropologen zijn die een afgelegen stam in het Amazonegebied bestuderen, volgen marktonderzoekers kinderen in hun natuurlijke omgeving-speelplaatsen, parken ,winkelcentrums, klaslokalen en zelfs slaapkamers. Het is de bedoeling om jonge geesten door en door te kennen zodat ze met reclame boodschappen verleid kunnen worden.
En in onze tijd zijn we er nu ook van bewust…. de verleiding is overal .
