Hoeveel ruimte krijg jij?

10 mogelijkheden in levensgebieden

Elk mens wil een leven dat overeenstemt met zijn menselijke waardigheid.
Vaak wordt er vanuit gegaan,als het met een land economisch goed gaat, gaat het ook met de bevolking goed.

Martha Nussbaum beschrijft in haar boek Creating Capabilities(Mogelijkheden scheppen) wat zij voor ogen heeft als het gaat om rechten van een mens.
Namelijk dat het meer afhangt welk mogelijkheden iemand heeft en dat dit de beslissende factor is voor kwaliteit van leven

‘Capabilities’ is de totaliteit aan vaardigheden en keuzes zijn die iemand heeft op basis van zijn of haar specifieke, sociale en politieke en economische situatie

In haar boek beschrijft zij 10 levensgebieden,een alternatief model waarmee de stand van de menselijke ontwikkeling kan worden bepaald.
Deze beschrijving van verschillende levensgebieden kunnen bekeken worden als op welke manier mensen handelen.
De benadering van sociale rechtvaardigheid stelt de vraag wat vereist is voor een leven dat overeenstemt met de menselijke waardigheid.

De simpele vraag: wat kan elk mens doen en zijn? Welke reële mogelijkheden staan voor hem of haar open?Als je de 10 capabilities leest ontdek je misschien wel hoeveel ruimte te hebt ingeleverd.

Toegegeven,het is nogal een lap tekst
Haal eruit wat voor jou waardevol is en laat te inspireren.

1.Leven:

In staat zijn om een menselijk leven van normaal duur tot het einde toe te leiden,om niet voortijdig te sterven voordat het je tijd is of je leven zo gereduceerd is dat het niet meer de moeite waard is geleefd te worden.

2.Lichamelijke gezondheid:

In staat zijn om een goede gezondheid te hebben,inclusief gezondheid met betrekking tot voortplanting
In staat zijn geschikt voedsel en onderdak te verwerven

3.Lichamelijke onschendbaarheid:

In staat zijn om je vrijelijk van de ene plek naar de andere te verplaatsen,en om gevrijwaard te zijn tegen de persoon gericht geweld,inclusief seksueel en huiselijk geweld.
Gelegenheid hebben tot seksuele bevrediging en keuzes inzake voortplanting.

4.Zintuiglijke waarneming, verbeeldingskracht en denken:

In staat zijn om de zintuigen te gebruiken,te fantaseren,te denken en te redeneren,en deze dingen te doen op een ‘waarlijk menselijke’ wijze.
Die worden geïnspireerd en gecultiveerd door adequaat onderwijs ,onder andere in lezen en schrijven en rekenkundig en natuurwetenschappelijk onderricht.

Het vermogen verbeeldingskracht en denken te gebruiken in verbinding met ervaringen en voortbrengen van werken en religieuze, literaire en muzikale e.d. evenementen naar eigen keuze.
Het vermogen je geest te gebruiken op een manier die beschermd wordt door waarborgen voor vrijheid van meningsuiting met betrekking tot politieke en kunstzinnige expressie,en vrijheid van godsdienstoefening.

Het vermogen aangename ervaringen te beleven en niet heilzame pijn te vermijden

5.Gevoelens:

In staat zijn om gehecht te zijn aan dingen en mensen buiten onszelf.
Om hen lief te hebben die ons lief hebben en zich om ons te bekommeren,om te rouwen bij hun afwezigheid;in het algemeen om te beminnen, verdriet te hebben en verlangen, dankbaarheid en gerechtvaardigde woede te beleven.
In staat zijn om niet in je emotionele ontwikkeling te worden geremd door overweldigende zorgen en angsten.

6 Praktische rede:

In staat zijn om een conceptie(beeld)van het goede te vormen en je bezig te houden met een kritische bezinning op de planning van je leven.

7 Sociale banden:

In staat zijn om met en voor anderen te leven,andere mensen te erkennen en zich om hen te bekommeren,om mee te kunnen doen aan diverse vormen van sociale interactie,en om je te verplaatsen in de situatie van een ander.

Kunnen beschikken over de maatschappelijke grondslagen die je wapenen tegen vernedering en in staat stellen  tot zelfrespect;het vermogen te worden behandeld als een waardig wezen wiens waarde gelijk is aan die van een anderen.
Dit impliceert voorzieningen voor uitsluiting van discriminatie op basis van ras,geslacht,seksuele oriëntatie,etniciteit,kaste,religie en nationale herkomst.

8 Andere biologische soorten:

In staat zijn om te leven met zorg voor en in relatie met dieren, planten en de wereld van de natuur.

9 Spel:
In staat zijn om te lachten,te spelen en te genieten van recreatieve activiteiten.

10 Vormgeving in eigen omgeving:

Daadwerkelijk kunnen participeren in politieke keuzes die je leven sturen.
In staat zijn tot uitoefening van het recht op politieke participatie,bescherming van vrijheid van meningsuiting en vrijheid van vereniging en vergadering.

Materieel:in staat zijn eigendom te verwerven en eigendomsrecht te hebben op gelijke voet met anderen.
In staat zijn tot daadwerkelijk uitoefenen van het recht werk te zoeken op gelijke voet van anderen, om gevrijwaard te blijven van ongegronde inspectie en inbeslagneming.

Op de werkplek arbeid te kunnen verrichten als een menselijk wezen dat de praktische rede beoefent en zinvolle relaties van wederzijdse erkenning aangaat met andere werkende.

 

Wat heb je nog nodig?

Zijn en situaties of vragen waar je nog niet je vinger op kunt leggen wat er precies ontbreekt?
Het begint bij intuïtie en associëren.Pak een vel papier en ga creatief mind mappen.
Begin met de vraag wat overeenkomst met het antwoord wat je wilt vinden en teken/schrijf het uit.

Wil je meer weten over de achtergrond van mogelijkheden scheppen?

Klik op de link voor het Youtube filmpje

Martha aan het woord over mogelijkheden scheppen

mail
Dit bericht is geplaatst in Uncategorized met de tags , , , , . Bookmark de permalink.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

* Copy This Password *

* Type Or Paste Password Here *